-
1 stoten
2 [aanstoot geven] offend♦voorbeelden:1 zijn zinnen stoten • his sentences are halting/awkwardhet schip stootte op een klip • the ship struck a rockop een vreemd woord stoten • come across a foreign wordop moeilijkheden stoten • run into difficultiesop elkaar stoten • collide, run into each otherop/tegen iets stoten • bump into somethingtegen elkaar stoten • bump/knock against each otherII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 niet stoten! • handle with care!iemand uit de groep/de partij stoten • throw someone out of the group/partyeen vaas van de kast stoten • knock a vase off the sideboard1 [gewichtheffen] press2 [biljart] play/shoot (a ball)♦voorbeelden:IV 〈wederkerend werkwoord; zich stoten〉1 [botsen] bump (oneself)2 [zich ergeren] take offence♦voorbeelden: -
2 aanstoot
-
3 vallen
3 [terechtkomen] fall4 [plaatshebben op] fall6 [tot stand komen, ontstaan] 〈zie voorbeelden 6〉7 [op een bepaalde manier zijn] 〈zie voorbeelden 7〉8 [in een situatie terechtgekomen zijn] come, fall9 [sneuvelen] fall (in battle)14 [zich aangetrokken voelen tot] go (for), take (to)♦voorbeelden:1 er valt sneeuw/hagel • it's snowing/hailinguit elkaar/aan stukken vallen • fall apart/to pieceszij kwam lelijk te vallen • she had/took a bad fallzich laten vallen • allow oneself to be dropped, fall, drophij viel languit op de grond • he fell headlong/sprawling to the ground〈 figuurlijk〉 op/over een woord vallen • take offence at/quibble over a wordvan de trap vallen • fall/tumble down the stairsik zou hem/haar niet kennen al zou ik over hem/haar vallen • I wouldn't know him/her from Adam3 zijn blik laten vallen op • let one's eye fall on, cast a glance at4 Kerstmis valt op een woensdag • Christmas (Day) falls on/is a Wednesdayer vielen doden/gewonden • there were fatalities/casualtieser valt een schot • a shot is fired/rings outer viel een stilte • there was a hush, silence felleen woord laten vallen • drop a remarkhet valt niet te ontkennen dat … • there is no denying the fact that …met haar valt niet te praten • there is no talking to herer valt wel iets voor te zeggen om … • there is something to be said for …8 dat valt buiten zijn bevoegdheid • that is/falls outside his authority/jurisdictiondat valt niet onder het contract • that does not come/fall under the contract, that is not covered by the contract12 dat valt goed/verkeerd • 〈 gewaardeerd worden〉 that goes down well/badly; 〈 uitvallen〉 that turns out well/badlyhet viel hem zwaar • he found it hard going/difficulteen eis laten vallen • drop a demandiemand laten vallen • drop/ditch someonehij liet de aanklacht vallen • he dropped the charge -
4 aanstoot nemen aan
aanstoot nemen aanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aanstoot nemen aan
-
5 beledigen
2 [in strijd zijn met] offend♦voorbeelden:zich beledigd achten/voelen door • be/feel offended bygauw beledigd zijn • be quick to take offencemevrouw was weer eens beledigd • Her Ladyship had gone off in a huff again -
6 ergeren
♦voorbeelden:1 het ergerde mij zeer dat … • I was very annoyed that …II 〈wederkerend werkwoord; zich ergeren〉1 [aanstoot nemen] be/feel/get annoyed (at) ⇒ 〈 ernstiger〉 be shocked/scandalized, 〈 ernstiger〉 take offence♦voorbeelden:mens, erger je niet • keep your shirt/hair on; 〈 spel〉 Bludohij ergert zich aan wat ik doe • he gets annoyed at what I do -
7 gauw beledigd zijn
gauw beledigd zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gauw beledigd zijn
-
8 gauw op zijn teentjes getrapt zijn
gauw op zijn teentjes getrapt zijn〈 figuurlijk〉 be quick to take offence, be touchyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > gauw op zijn teentjes getrapt zijn
-
9 gekrenkt
-
10 gekwetst
♦voorbeelden: -
11 lichtgeraakt zijn
lichtgeraakt zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lichtgeraakt zijn
-
12 lichtgeraakt
-
13 op/over een woord vallen
op/over een woord vallentake offence at/quibble over a wordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op/over een woord vallen
-
14 teen
♦voorbeelden:1 de grote/kleine teen • the big/little toelange tenen hebben • 〈 figuurlijk〉 be touchy/easily offendedop z'n tenen gaan staan • stand on tiptoegauw op zijn teentjes getrapt zijn • 〈 figuurlijk〉 be quick to take offence, be touchyop zijn tenen de kamer in/uit lopen • tiptoe into/out of the roomvan top tot teen • from head to foot -
15 wij stoten ons aan zijn gedrag
wij stoten ons aan zijn gedragVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wij stoten ons aan zijn gedrag
-
16 zich gekrenkt voelen
zich gekrenkt voelenbe/feel offended/hurt————————zich gekrenkt voelentake offence, be hurtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich gekrenkt voelen
-
17 zich gekwetst voelen
zich gekwetst voelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zich gekwetst voelen
-
18 proces-verbaal
♦voorbeelden:1 een proces-verbaal aan zijn broek krijgen • be booked, get a ticketproces-verbaal opmaken van de overtreding • report the offenceproces-verbaal opmaken van de getuigenverklaring • take down the evidence
См. также в других словарях:
take offence — BE OFFENDED, take exception, take something personally, feel affronted, feel resentful, take something amiss, take umbrage, get upset, get annoyed, get angry, get into a huff; Brit. informal get the hump. → offence * * * take offence To feel… … Useful english dictionary
take offence (at something) — phrase to feel angry and upset because of something that someone has said or done I’m not surprised she took offence at his remarks. Thesaurus: to feel offended or insultedsynonym Main entry: offence … Useful english dictionary
take offence — verb to feel, and show, resentment at anothers actions or words … Wiktionary
offence — BrE usually offense AmE noun 1 (C) an illegal action or a crime: Driving while drunk is a serious offence. | a parking offense (+ against): sexual offences against children | commit an offence (=do something that is an offence) | first offence… … Longman dictionary of contemporary English
take something personally — TAKE OFFENCE, take something amiss, be offended, be upset, be affronted, take umbrage, take exception, feel insulted, feel hurt. → personally * * * take something personally phrase to feel that a failure or unpleasant situation is your fault and… … Useful english dictionary
take umbrage (at something) — phrase to be offended by something They’re liable to take umbrage if we don’t invite them. Thesaurus: to feel offended or insultedsynonym Main entry: umbrage * * * take ˈumbrage (at sth) idiom … Useful english dictionary
take umbrage — TAKE OFFENCE, take exception, be aggrieved, be affronted, be annoyed, be angry, be indignant, be put out, be insulted, be hurt, be piqued, be resentful, be disgruntled, go into a huff; informal be miffed, have one s nose put out of joint; Brit.… … Useful english dictionary
offence — n. infraction 1) to commit an offence 2) a minor, petty, trivial; serious offence 3) a capital; impeachable; indictable offence 4) an offence against feeling of outrage 5) to take offence at (she takes offence at every remark) insult (formal) 6)… … Combinatory dictionary
offence — of|fence W3 BrE offense AmE [əˈfens] n 1.) an illegal action or a crime ▪ The possession of stolen property is a criminal offence. ▪ Punishment for a first offence is a fine. ▪ His solicitor said he committed the offence because he was heavily in … Dictionary of contemporary English
offence */*/*/ — UK [əˈfens] / US noun Word forms offence : singular offence plural offences 1) [countable] a crime or illegal activity for which there is a punishment motoring/firearms/public order offences criminal offence: Killing these animals is a criminal… … English dictionary
take — take1 W1S1 [teık] v past tense took [tuk] past participle taken [ˈteıkən] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(action)¦ 2¦(move)¦ 3¦(remove)¦ 4¦(time/money/effort etc)¦ 5¦(accept)¦ 6¦(hold something)¦ 7¦(travel)¦ 8 … Dictionary of contemporary English